Met onderstaande oefening kun je oefenen met woordenschat. Wat is de betekenis van het vetgedrukte woord?
Lust jij noga?
Mag ik de nijptang lenen?
Er zit een nachtegaal in onze tuin.
In het hout zitten nerven.
Hij zit noodgedwongen thuis.
Er valt neerslag.
Mijn moeder is nieuwsgierig.
Voor de operatie wordt ze onder narcose gebracht.
Hij is aan het neuriën.
Hij heeft een nederige houding.
Nog meer oefeningen doen met woordenschat? Keer dan terug naar de pagina WOORDENSCHAT.