Met onderstaande oefening kun je oefenen met woordenschat. Wat is de betekenis van het vetgedrukte woord?
Heeft de deur een grendel?
Wil je de grill aanzetten?
De school heeft een gazon.
Het is hier gezellig.
Hij is geniaal.
Lust jij garnalen?
Mijn ouders gaan naar een gala.
Wat was dat een grandioos feest!
Mijn oom is gierig.
Is er een grensrechter bij de wedstrijd?
Nog meer oefeningen doen met woordenschat? Keer dan terug naar de pagina WOORDENSCHAT.