Welkom op de pagina Wijzer door de tijd groep 8: Samenvatting 3!

Thema: Oorlog

Je vindt hier filmpjes, plaatjes en extra informatie over het thema 'oorlog' per les en een oefentoets (+ antwoorden) over alle vier de lessen (de vragen zijn wel opgedeeld per les).

FILMPJES, PLAATJES & EXTRA INFORMATIE:

Les 1: Nederland doet niet mee

• TIP! De Eerste Wereldoorlog (FILM, 3:00 minuten)
• Soldaat in de Eerste Wereldoorlog (FILM, 5:48 minuten)
• Slag bij de Somme (FILM, 2:58 minuten)

Les 2: Crisistijd

• TIP! Zwarte donderdag, het begin van de crisistijd (FILM, 1:01 minuten)
• TIP! Crisis in Nederland (FILM, 2:16 minuten)
• De wederopbouw (FILM, 2:03 minuten)
• De opkomst van de NSB (FILM, 1:58 minuten)

Les 3: Nederland in oorlog

• TIP! Duitsland valt Nederland binnen (FILM, 1:38 minuten)
• TIP! Bombardement op Rotterdam (FILM, 2:31 minuten)
• Een ooggetuige die het bombardement op Rotterdam meemaakte vertelt (FILM, 1:54 minuten)
• Ganzenbord Bommen op Rotterdam (ganzenbord)

Les 4: Propaganda en leugens

• De opkomst van de NSB (FILM, 1:58 minuten)

Oefentoets

Schrijf de antwoorden op de vragen bij voorkeur op een blaadje (of onthoud ze). Controleer daarna of je het goed hebt, onderaan deze pagina.

Les 1: Nederland doet niet mee

VRAAG 1: Vul de goede woorden in het onderstaande verhaaltje in:

"In 1914 kregen enkele Europese landen ... met elkaar, waaronder Frankrijk en .... Daarmee begint de Eerste Wereldoorlog. Er wordt vooral gevochten in Noord-... en België. Nederland kiest geen partij, maar blijft .... Duizenden Belgische soldaten/vluchtelingen/verzetsleden komen naar Nederland."

VRAAG 2: De Eerste Wereldoorlog was een verschrikkelijke oorlog, omdat er nieuwe en zwaardere wapens werden gebruikt. Noem drie van deze wapens.

Les 2: Crisistijd

VRAAG 3: Na de Eerste Wereldoorlog ontstaat een wereldcrisis. Aan wie geeft Hitler de schuld van de armoede in Duitsland?

Les 3: Nederland in oorlog

VRAAG 4: Op 10 mei 1940 trekken Duitse soldaten Nederland binnen. Wie vluchten naar Engeland?

VRAAG 5: Duitse vliegtuigen bombarderen een Nederlandse stad? Welke? Kies uit:

1. Amsterdam
2. Den Haag
3. Rotterdam
4. Utrecht

VRAAG 6: Nederland is in de Tweede Wereldoorlog bezet door Duitsland. Er komen allerlei vervelende maatregelen. Noem twee voorbeelden van deze (vervelende) maatregelen.

Les 4: Propaganda en leugens

VRAAG 7: Hitler maakt veel gebruik van propaganda. Vul de goede woorden in het onderstaande verhaaltje in:

"Hitler spreekt op grote massa.... Daar hangen veel ... en spandoeken. Dat maakt indruk. Hitler heeft zelfs een speciale minister voor propaganda. Deze laat ... ophangen waarop Joden mooi/verdrietig/lelijk en gemeen/boos worden afgebeeld. In kranten worden leugens geschreven over de vijand en over de ...."

VRAAG 8: Ook de geallieerden gebruiken propaganda. Hoe doen ze dit? Kies uit:

1. Ze delen folders uit.
2. Ze houden massabijeenkomsten.
3. Ze hangen posters op.
4. Ze strooien pamfletten uit vliegtuigen.

VRAAG 9 (BONUS): Hitler had een speciale minister voor propaganda. Hoe heette die?

De bovenstaande vragen zijn bedoeld ter controle, dus om te kijken of je het al (goed) kent. Dit is geen garantie voor een goed cijfer, aangezien wij niet al het lesmateriaal tot onze beschikking hebben en er moeilijkere vragen gesteld kunnen worden. Wij hebben geen beschikking over de toetsen van de methode, dus als vragen overeen komen met de echte toets berust dit op toeval.

Antwoorden van de oefentoets:

Les 1: Nederland doet niet mee

VRAAG 1: Vul de goede woorden in het onderstaande verhaaltje in:

"In 1914 kregen enkele Europese landen ... met elkaar, waaronder Frankrijk en .... Daarmee begint de Eerste Wereldoorlog. Er wordt vooral gevochten in Noord-... en België. Nederland kiest geen partij, maar blijft .... Duizenden Belgische soldaten/vluchtelingen/verzetsleden komen naar Nederland."

De goede antwoorden zijn: ruzie - Duitsland - Frankrijk - neutraal - vluchtelingen.

VRAAG 2: De Eerste Wereldoorlog was een verschrikkelijke oorlog, omdat er nieuwe en zwaardere wapens werden gebruikt. Noem drie van deze wapens.

Drie van deze wapens: duikboten, tanks, machinegeweren, vlammenwerpers en gifgas.

Les 2: Crisistijd

VRAAG 3: Na de Eerste Wereldoorlog ontstaat een wereldcrisis. Aan wie geeft Hitler de schuld van de armoede in Duitsland?

Hitler geeft vooral de schuld aan de Joden en het buitenland.

Les 3: Nederland in oorlog

VRAAG 4: Op 10 mei 1940 trekken Duitse soldaten Nederland binnen. Wie vluchten naar Engeland?

De regering en koningin Wilhelmina vluchten naar Engeland.

VRAAG 5: Duitse vliegtuigen bombarderen een Nederlandse stad? Welke? Kies uit:

1. Amsterdam
2. Den Haag
3. Rotterdam
4. Utrecht

Duitse vliegtuigen bombarderen Rotterdam (antwoord c).

VRAAG 6: Nederland is in de Tweede Wereldoorlog bezet door Duitsland. Er komen allerlei vervelende maatregelen. Noem twee voorbeelden van deze (vervelende) maatregelen.

Voorbeelden van deze vervelende maatregelen zijn: de mensen moeten hun radio inleveren, jonge mannen moeten in Duitsland gaan werken, Joodse kinderen mogen niet meer naar school en op sommige plaatsen mogen geen Joden meer komen.

Les 4: Propaganda en leugens

VRAAG 7: Hitler maakt veel gebruik van propaganda. Vul de goede woorden in het onderstaande verhaaltje in:

"Hitler spreekt op grote massa.... Daar hangen veel ... en spandoeken. Dat maakt indruk. Hitler heeft zelfs een speciale minister voor propaganda. Deze laat ... ophangen waarop Joden mooi/verdrietig/lelijk en gemeen/boos worden afgebeeld. In kranten worden leugens geschreven over de vijand en over de ...."

De goede woorden zijn: bijeenkomsten - vlaggen - posters - lelijk en gemeen - Joden.

VRAAG 8: Ook de geallieerden gebruiken propaganda. Hoe doen ze dit? Kies uit:

1. Ze delen folders uit.
2. Ze houden massabijeenkomsten.
3. Ze hangen posters op.
4. Ze strooien pamfletten uit vliegtuigen.

De geallieerden strooien pamfletten uit vliegtuigen (antwoord d).

VRAAG 9 (BONUS): Hitler had een speciale minister voor propaganda. Hoe heette die?

Deze minister voor propaganda heette Goebbels.