Welkom op de pagina over samenstellingen!
Bovenaan deze pagina staat een uitleg over het gebruik van samenstellingen. Daaronder vind je oefeningen met samenstellingen. We raden je aan om eerst de uitleg door te lezen en daarna te gaan oefenen. Als je het al snapt kun je ook direct gaan oefenen.
UITLEG:
Een samenstelling is een woord die uit twee losse woorden bestaat. Bijvoorbeeld het woord 'boekenplank' bestaat uit de woorden 'boek' en 'plank'.
De belangrijkste regel is:
- Je schrijft -en- of -n- tussen de twee losse woorden als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en of -n. Voorbeelden:
- boek + plank = boekenplank
- fiets + drager = fietsendrager
De belangrijkste uitzondering is:
- Je schrijft niks tussen de twee losse woorden als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op een -s. Voorbeeld:
- seconde + wijzer = secondewijzer
Andere uitzonderingen:
- Je schrijft ook niks tussen de twee losse woorden als het eerste woord geen meervoud heeft, de enige in zijn soort is (bijvoorbeeld de zon), een bijvoeglijk naamwoord is of een werkwoord is. Voorbeelden:
- tarwe + brood = tarwebrood
- zon + scherm = zonnescherm
OEFENINGEN:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.
- Samenstellingen 1 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Samenstellingen 2 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Samenstellingen 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Vul telkens de goede samenstelling in.
Uitleg: Klik op de stippellijn achter de twee woorden en vul daar de goede samenstelling in. Als je klaar bent klik je op [nakijken].
Vragen, tips en opmerkingen horen we graag! Neem contact met ons op of laat hieronder een reactie achter.