Welkom op de pagina Wijzer door natuur en techniek groep 6: Samenvatting 5!
Thema: Geluid (gericht op natuur)
Je vindt hier filmpjes, plaatjes en extra informatie over het thema geluid per les en een oefentoets (+ antwoorden) over alle vier de lessen (de vragen zijn wel opgedeeld per les).
FILMPJES, PLAATJES & EXTRA INFORMATIE:
Les 1: Trillende lucht
- Komt binnenkort
Les 2: Dieren en hun oren
- Komt binnenkort
Les 3: Van hoog tot laag
- Komt binnenkort
Les 4: Lucht
- Komt binnenkort
Oefentoets
Schrijf de antwoorden op de vragen bij voorkeur op een blaadje (of onthoud ze). Controleer daarna of je het goed hebt, onderaan deze pagina.
Les 1: Trillende lucht
VRAAG 1: Vul de goede woorden in:
"Mensen maken geluid met hun .... Die zitten in het .... De stembanden gaan trillen door lucht uit de .... De ... versterkt het geluid."
VRAAG 2: Leg uit welke weg het geluid dat je hebt opgevangen met je oorschelp door je lichaam aflegd.
Les 2: Dieren en hun oren
VRAAG 3: Vleermuizen en dolfijnen gebruiken een echo-locatie. Leg uit hoe dat werkt en wat de voordelen zijn.
Les 3: Van hoog tot laag
VRAAG 4: Je kunt op drie manieren tonen maken. Welke drie manieren?
VRAAG 5: Vul de goede woorden in:
"... snaren geven lagere tonen. ... snaren hogere."
VRAAG 6: Met welke snelheid reist geluid door de lucht?
Les 4: Lucht
VRAAG 7: Waar bestaat lucht uit?
VRAAG 8: Hoe noem je het als ergens geen lucht in zit?
VRAAG 9 (BONUS): Waar is de luchtdruk groter, binnen in een fietsband of daarbuiten?
De bovenstaande vragen zijn bedoeld ter controle, dus om te kijken of je het al (goed) kent. Dit is geen garantie voor een goed cijfer, aangezien wij niet al het lesmateriaal tot onze beschikking hebben en er moeilijkere vragen gesteld kunnen worden. Wij hebben geen beschikking over de toetsen van de methode, dus als vragen overeen komen met de echte toets berust dit op toeval.
Antwoorden van de oefentoets:
Les 1: Trillende lucht
VRAAG 1: Vul de goede woorden in:
"Mensen maken geluid met hun .... Die zitten in het .... De stembanden gaan trillen door lucht uit de .... De ... versterkt het geluid."
De woorden moeten zijn: stembanden - strottenhoofd - longen - borstkas
VRAAG 2: Leg uit welke weg het geluid dat je hebt opgevangen met je oorschelp door je lichaam aflegd.
Geluid vang je dus op met je oorschelp. De trillingen worden doorgegeven aan het trommelvlies. Kleine botjes, hamer, aambeeld en stijgbeugel, geven de trillingen door aan het slakkenhuis. Zenuwen geven de trillingen als signalen door aan de hersenen: je hoort geluid!
Les 2: Dieren en hun oren
VRAAG 3: Vleermuizen en dolfijnen gebruiken een echo-locatie. Leg uit hoe dat werkt en wat de voordelen zijn.
Ze zenden geluiden uit en vangen de echo op. Daardoor weten ze waar een prooi is. Bovendien botsen ze zo nergens tegenaan.
Les 3: Van hoog tot laag
VRAAG 4: Je kunt op drie manieren tonen maken. Welke drie manieren?
Tonen kun je maken met snaren (bijv. met een gitaar), door te blazen (bijv. met een trompet) of door te slaan (bijv. met een trommel).
VRAAG 5: Vul de goede woorden in:
"... snaren geven lagere tonen. ... snaren hogere."
De woorden die je moest invullen zijn: lange - korte
VRAAG 6: Met welke snelheid reist geluid door de lucht?
Geluid reist door de lucht met een snelheid van 330 meter per seconde.
Les 4: Lucht
VRAAG 7: Waar bestaat lucht uit?
Lucht bestaat uit een mengsel van gassen, vooral uit stikstof.
VRAAG 8: Hoe noem je het als ergens geen lucht in zit?
Als ergens geen lucht in zit, heet dat een vacuüm (denk aan een zuignap).
VRAAG 9 (BONUS): Waar is de luchtdruk groter, binnen in een fietsband of daarbuiten?
In een fietsband is de luchtdruk groter dan daarbuiten.
groeten Rabia Hoshur