Met onderstaande oefening kun je oefenen met woordenschat. Wat is de betekenis van het vetgedrukte woord?
In mijn dorp rijdt geen tram.
Mijn ouders willen een tandem kopen.
Ik neem de telelens mee op vakantie.
De trapper van mijn fiets is kapot.
Ik zit samen met mijn vader op de tribune.
Het vliegtuig heeft last van turbulentie.
Hij is aan het turven.
Wat is jouw talent?
Hij gebruikt een trechter.
Heeft zij een talenknobbel?
Nog meer oefeningen doen met woordenschat? Keer dan terug naar de pagina WOORDENSCHAT.
10 van de 10
zijn er meer oefeningen